zondag 9 augustus 2015

Afscheid in Phnom Penh






We zijn terug in Nederland. Heerlijk vertrouwd, koel en fris.

We schrijven toch nog een blog omdat het afscheid van Cambodja onverwacht bijzonder is.
Bij aankomst op dinsdagavond in ons vaste ‘Okay’-Guesthouse in Phnom Penh worden we als gewoonlijk vriendelijk begroet door het personeel. Met ons is het allemaal goed maar zij zijn verdrietig. Ze dragen allemaal witte overhemden met een rouwlintje. De eigenaresse is afgelopen zondag op 47 jarige leeftijd aan een hartaanval overleden. Wij hebben haar in 2013 een paar maal ontmoet toen ze nog in dit Guesthouse woonde. Inmiddels is de familie verhuisd naar een nieuw hotel wat ze in de stad hebben laten bouwen.

De dinsdag- (en woensdag) avond brengen we genoeglijk samen met Annemiek en Donnie door. Woensdagochtend gaan we naar het VSO kantoor en wandelen we een stukje door de stad richting het nationaal museum op zoek naar het Okay hotel.

In Cambodja is het de gewoonte om bij feesten, partijen maar ook overlijden tenten op straat te zetten waar gasten aan tafels bijeenkomen. Voor het grote hotel zien we de rouwtent (zwart-wit). We besluiten om een kijkje te nemen. We zien Paula, de vaste gastvrouw van het Guesthouse, aan een van de tafels en gaan haar begroeten. Zij stelt ons voor aan de oudste zoon (21 jaar) die vraagt of wij afscheid van moeder willen nemen. Op onze blote voeten betreden we het hotel waar zij in de lobby ligt opgebaard.
Met wierrook staafjes in de handen knielen we voor de kist om ons respect aan de overledene te tonen.






Het is een indrukwekkend geheel. Twee vrouwen zitten voor de kist voortdurend boven twee urnen papiergeld te verbranden. Deze offergaven zullen later samen met de as van de overledene in de familie stupa bij de pagode worden geplaatst.






De zoon nodigt ons uit om de volgende dag aanwezig te zijn bij de tocht naar de pagode en het begrafenisritueel. Onze vlucht naar Hong Kong en Amsterdam vertrekt pas om 19.00 uur dus we hebben tijd om dit te gaan doen.
Zeer vereerd accepteren wij zijn uitnodiging. Het is een rijke familie en het ritueel zal in volle pracht en praal worden uitgevoerd. Voor ons een unieke kans om een Cambodjaanse begrafenis bij te wonen. Jammer is dat we in onze garderobe geen witte kleding hebben. Wit is de kleur van rouw.

Donderdagochtend zijn we om 8 uur bij het hotel aanwezig. De kist wordt op een grote openwagen geplaatst en wij nemen plaats in een van de vele tuk-tuks die de rouwstoet volgen naar de pagode. We zijn de enige ‘Barang’, buitenlanders en de tuk-tuk rijders willen ons graag vervoeren. De pagode ligt een behoorlijk eind rijden weg. De stoet is lang en de chaos van het Phnom Penh verkeer maakt  dat er van een geordende rouwstoet al snel geen sprake meer is. We trekken wel veel bekijks en toeristen verdringen zich met hun camera’s om foto’s te nemen. De tuk-tuk bestuurders doen wat ze altijd doen en wriemelen zich links en rechts inhalend door het verkeer.

Bij de pagode is een hoog bouwsel opgericht waarop men de kist plaatst.













De hele ochtend vinden er allerlei riten en ceremonieën plaats.
De precieze betekenis ontgaat ons want we kennen deze rituelen niet en het Khmer kunnen we niet verstaan.
Wel kijken we onze ogen uit en zijn we onder de indruk van het gebodene.




Het is aandoenlijk om de familie in hun witte rouwkleding te zien. Haar zonen (21, 15 en 12 jaar oud) hebben het hoofd kaalgeschoren en dragen een zwarte rouwband om de arm.










Na de lunch wordt de kist geopend en kan de naaste familie nog eenmaal afscheid nemen.
De kist wordt vervolgens naar beneden getakeld waar onder de grond de verbrandingsoven is geplaatst.








Een monnik steekt middels een lange staaf het vuurwerk aan wat rondom de stellage is aangebracht. De hoge palen vuurwerkconstructies draaien luid knetterend en maken een schel fluitend geluid. Dit om alle kwade geesten te verdrijven. Wanneer het vuurwerk stopt zien we de rook uit de lange pijp naast de stellage komen. Het vuur zal tot een uur of zes ’s avonds branden.








De familie biedt geschenken aan de monniken en dan is het voor ons de hoogste tijd om een tuk-tuk te zoeken die ons terug naar de stad zal brengen.









Aan het einde van de middag pakken we het vliegtuig naar Hong Kong waar we om 1 uur ’s nachts vertrekken richting Schiphol.



Een indrukwekkend en bijzonder afscheid  van Cambodja.






Aw koun strjaan



zondag 2 augustus 2015


Tevreden naar huis






Google houdt ons in de gaten en schrijft:
“De wetgeving van de Europese Unie vereist dat je bezoekers uit de Europese Unie informatie geeft over het gebruik van cookies op je blog. In veel gevallen vereist deze wetgeving ook dat je toestemming van gebruikers verkrijgt.
Als service aan jou hebben we een melding aan je blog toegevoegd met een uitleg van het gebruik van bepaalde Blogger- en Google-cookies door Google, waaronder het gebruik van Google Analytics- en AdSense-cookies….. 
Bla, bla, bla ….. etc.”

Fijn. Wie dit leest zal deze Google banner op het blog gezien hebben. Een kwestie van ‘ik snap het’ klikken en weg ermee. Natuurlijk gebruikt Google cookies en kijken ze mee wat wij allemaal op het internet uitvogelen. En zij niet alleen.
Zo blijkt bijvoorbeeld uit de Google blogstatistieken dat de USA het eerste land is van waaruit het blog gelezen wordt. Onmiddellijk na publiceren 3x zelfs :) Nou lezen, de Google computers zullen het blog wel scannen op in hun ogen staatsgevaarlijke dan wel zeden bedervende teksten en plaatjes. Terrorisme en seks zal wel niet gewaardeerd worden op open Google sites zoals Blogger. Misschien iets om eens uit te proberen hoe ver je kan gaan met publiceren voordat ‘Big Brother’ ingrijpt. Maar dit soort puberaal gedrag zijn we gelukkig te boven dus we houden het maar gewoon bij ons Cambodja verhaal.



Deze week een verslag van Ans haar vorderingen en aangezien we daar weinig beeldverhaal bij hebben zijn de begeleidende foto’s van een bijeenkomst in de pagoda bij ons in de straat. Afgelopen donderdag is Martin aangetrokken door de oprijzende geluiden een kijkje gaan nemen. Er is een ritueel gaande waarbij mensen (voornamelijk vrouwen) kaarsen naar de pagoda brengen en aansluitend een dienst. 







De (bedel)monniken in Cambodja genereren geen inkomen en zijn volledig afhankelijk van de giften die de gemeenschap hen offert. Tijdens het regenseizoen gaan de monniken niet de straat op om middels gebeden en zegeningen geld te verzamelen. Gelukkig voor hen komen de mensen dan wel naar de pagoda.
Voorlopig hebben ze weer voor een jaartje kaarsen.




Deze laatste weken voordat we naar Nederland komen wordt er door Ans nog hard gewerkt. 

Ze is erg tevreden met haar nieuwe assistent Kosal. Hij blijkt uiterst gemotiveerd en intelligent. Zijn vertalingen zijn behoorlijk en hij produceert ze snel. Soms zijn ze niet helemaal juist. Een grappig voorbeeld is ‘mest afvoer’ als vertaling van ‘lochia’ jargon voor bloedverlies tijdens de eerste week na de bevalling. Maar goed, Kosal doet zijn best en heeft zelfs de neiging om zich inhoudelijk met de zaken te bemoeien en initiatieven te nemen over het geven van de workshops. Prima, een assistent die Ans daadwerkelijk om een boodschap kan sturen en een die zo’n boodschap ook nog eens bij een eerste uitleg begrijpt. “Het is zo heerlijk dat je niet 3 of 4 keer iets moet uitleggen voordat ze je begrijpen.”


Tijdens ons verblijf in Nederland zal hij een aantal malen de honneurs waarnemen tijdens workshops waarbij Ans (VSO) zelf eigenlijk slechts als sponsor optreedt. Het stagepraktijk formulier wat zij samen met het RTC en de praktijkbegeleidsters van het ziekenhuis ontwikkeld heeft wordt geïntroduceerd aan de praktijkbegeleiders in de ziekenhuizen en gezondheidscentra in de andere 4 provincies van Noordoost Cambodja. Ans heeft tijdens deze workshops die door RTC docenten gegeven worden geen actieve rol en fungeert slechts als VSO vertegenwoordigster. Helaas kan ze hierdoor niet in de keukens van de andere ziekenhuizen kijken. Iets wat ze wel betreurt. Zijn alle ziekenhuizen zoals in Stung Treng of zien ze er veel schoner en geordender uit zoals het ziekenhuis in Preah Vihear? Kosal zal indien er tijdens onze afwezigheid workshops gegeven worden de presentielijsten laten aftekenen en zorgdragen voor de hapjes en drankjes en de financiële vergoedingen. Het is een fijn idee dat een deel van het werk gewoon doorgang kan vinden want de praktijk heeft ons inmiddels wel geleerd dat zaken minder vlot gaan dan we graag zouden willen.

Te vaak worden gemaakte afspraken op het laatste moment geannuleerd om wat voor redenen dan ook. Martins didaktiek workshop werd twee maanden lang doorgeschoven en ook Ans had voor de maand juli iedere week zo’n 2 tot 3 bezoeken aan de gezondheidscentra en de ziekenhuizen gepland staan, maar is tot op heden slechts eenmaal geweest.

Inmiddels is Seylak, degene waarmee we op het RTC samenwerken, op een zijspoor gezet. Er is een soort  hoofdonderwijs aangesteld en dat betekent opnieuw zaken uitleggen en maar hopen dat ze voortgang vinden. Wat er met Seylak gebeurt is typisch Cambodjaans. Hij had als stafdocent geen beslissingsbevoegdheid maar was wel uiterst actief en gemotiveerd om het onderwijs te verbeteren. Misschien worden zijn initiatieven, zoals Ans en Martin aanspreken en inschakelen, niet door een ieder gewaardeerd. Achteraf lijkt dat niet de reden dat nu een ander is aangesteld.


In Cambodja speelt anciënniteit een veel grotere rol dan competentie. Leeftijd is de factor die bepaald of iemand functies en bevoegdheden krijgt. De invloed van vriendjespolitiek, corruptie en baantjes kopen is lastig te doorgronden. We weten en zien dat dit gebeurt maar daarvan lijkt in het geval van Seylak eigenlijk geen sprake. Hier is gewoon Vann de oudere docent en dus degene die de bevoegdheid krijgt. Hetzelfde is in het ziekenhuis gebeurd waar het hoofd verloskunde na haar pensionering vervangen is door de oudste verloskundige en niet de in Ans haar ogen de meest geschikte.

Maar goed, de werkrelatie met het RTC wordt beter en beter. Het blijkt dat door het gebruik van het stageformulier in het Stung Treng ziekenhuis studenten meer en vaker handelingen verrichten dan voorheen. Domweg het feit dat er nu meer duidelijkheid en een soort controle is over wat studenten tijdens hun praktijkstage moeten doen maakt dat ze meer doen. Daarnaast is er een vorm van communicatie tussen school en ziekenhuis ontstaan waar we erg blij mee zijn.

 

Het is Ans zelfs gelukt om een toezegging van Sophany, hoofd verloskunde op school, te krijgen om haar training over hechten met haar en de studenten te delen. Dat zelfs Sophany bereidt lijkt mee te werken is mooi. Veelal was en is zij degene die bozig en chagrijnig reageert als we iets proberen uit te leggen op school. Typisch een oude waakhond die een ieder van haar erf afblaft.
(In tegenstelling tot Bie, de hond van onze buurman, die nog jong is en ons vrolijk met zijn blubberpoten verwelkomt.) 






De presentatie die Ans vervolgens op school heeft gegeven is een succes. De grote zaal zit vol met zo’n 100 studenten en een groot aantal docenten. Dit overvalt haar natuurlijk wel maar haar presentatie wordt onder groot applaus afgerond. De relatie met het RTC krijgt meer en meer gestalte. Een reden voor tevredenheid maar ook opnieuw de constatering dat veranderingen en ontwikkelingssamenwerking een kwestie is van lange adem.





In het ziekenhuis blijken de stage lopende studenten erg enthousiast over Ans’ hechttraining. Er hebben zich zelfs groepjes studenten gemeld die hun stage in een ander ziekenhuis hebben gelopen en nu ook graag de training van Ans willen hebben. De studenten zijn, zoals ook Martin constateert tijdens zijn lessen Engels, erg gemotiveerd om te leren en dat is plezierig werken.





Ans heeft in het ziekenhuis een gesprek gehad met het nieuwe hoofd verloskunde en een aantal afspraken kunnen maken over activiteiten die we nog zullen ontplooien. Martin zal een workshop gaan geven over het begeleiden van studenten in praktijk situaties. En Ans wil graag dat er een soort twee wekelijks of maandelijks (?) overleg tussen de verloskundigen komt waarin aan de hand van een casestudy onderling gesproken kan worden over de keuzes die men maakt tijdens bevallingen. Het zou mooi zijn wanneer er een vorm van intercollegiaal overleg ontstaat waarbij de verloskundigen van elkaars handelingen kunnen leren. Een eerste afspraak om tot zo’n casestudy overleg te komen is jammer genoeg niet door gegaan. Martin zou als voorzitter en gespreksleider fungeren maar na een half uur wachten waren er nog geen verloskundigen aanwezig. Het zij zo. Het is en blijft Cambodja. Wel belt het hoofd later om haar excuses aan Ans aan te bieden en te verzekeren dat een volgende maal de dames wel op tijd zullen zijn. Excuses, dat is al heel wat want dat hebben we nog niet eerder meegemaakt.

De workshops, partogram en hechten, bij de gezondheidscentra zullen in oktober vervolgd worden. Afgelopen week heeft Ans het centrum in Samaki bezocht. Nu hebben 6 van de 11 gezondheidscentra een workshop hierover gehad. Een volgende reeks workshops zal over begeleiding van de normale bevalling gaan. Veelal hebben de verloskundigen geen idee wat er precies gebeurt tijdens de bevalling. Eerst de basis en dan op naar het onderwijzen van moeilijkere situaties zoals te veel bloedverlies, reanimeren van de pasgeborene, een vastzittende schouder of een stuitbevalling. Er is nog genoeg te doen.




Al met al zijn het vruchtbare laatste weken geweest.

Niet alleen voor monniken en rijst maar ook voor de werkrelaties
en de voortgang van Ans haar werkzaamheden.
De neuzen staan nu redelijk dezelfde kant op en dat stemt tot tevredenheid.

De marsroute is helder. We kunnen met een gerust hart naar Nederland vertrekken.

Wanneer het nu snel stijgende water hier weer gaat zakken kunnen we de draad weer oppakken en verder gaan op de ingeslagen weg.






Dinsdag pakken we de bus naar Phnom Penh. Daar hebben we twee dagen de tijd om Annemiek en haar vriend Donnie te bezoeken waarna we donderdag op het vliegtuig stappen. Via een tussenstop en overstap in Hong Kong hopen we vrijdagochtend om een uur of 7 in Amsterdam te arriveren.
We vrezen de kou maar hebben veel zin om jullie weer te ontmoeten.

Dit is voorlopig een laatste blog.






Tot ziens